Het debat is intussen al bijna zo oud als de straat, maar we mogen ons dit najaar nog aan enkele heropflakkeringen verwachten: houden we eindelijk vast aan de kernuitstap? En moeten we dan dure gascentrales bouwen? Om de energieknoop te ontwarren, moeten we echter verder kijken dan deze misleidende tegenstelling. Wat we dan wel nodig hebben? Meer hernieuwbare energie en efficiëntie, vraagsturing en connecties met onze buurlanden. Deze alternatieven leveren stuk voor stuk duurzamere oplossingen dan kernenergie of fossiel gas.

Wat willen we?

  • Focus op duurzame alternatieven, om het gebruik van fossiel gas maximaal te beperken.
  • Geen kernenergie na 2025: sluit de 7 kerncentrales en vermijd een torenhoge factuur.

Kunnen we alle kerncentrales sluiten tegen 2025?

Vandaag staan de kerncentrales als een vastgelopen containerschip in de weg van een nieuw, duurzaam, en flexibel energiesysteem. Hun blijvende aanwezigheid verstikt al jaren het debat en ontmoedigt broodnodige investeringen. Gelukkig staan we op een keerpunt. Er is geen enkele discussie meer over de sluiting van minstens 5 reactoren, en door de nodige oplapwerken en nu al te verwachten storingen rekent netbeheerder Elia ook de laatste 2 reactoren niet voor het volle pond mee.

Ook uitbater Engie-Electrabel draait de bladzijde om: in november vorig jaar liet het al weten niet meer te investeren in de voorbereiding van een levensduurverlenging, en intussen schrapte het ook de bijbehorende inkomsten uit de boeken. Met of zonder deze laatste reactoren zijn er belangrijke duurzame investeringen nodig om ons energiesysteem te moderniseren. Laten we dus eindelijk de wet op de kernuitstap uit 2003 uitvoeren en alle kerncentrales sluiten. Het is de enige optie.

Kunnen we de kernuitstap toch nog uitstellen?

Ondanks de duidelijke afwijzing van Engie staat met de regelmaat van de klok een nucleaire profeet op die pleit om de kernuitstap toch nog uit te stellen. De realiteit is daarbij van ondergeschikt belang. Want los van alle argumenten tegen kernenergie, van nucleaire risico’s tot een onopgelost afvalprobleem, zou dit betekenen dat we ons wagen aan een heus hindernissenparcours met onzekere afloop. Loop even mee:

1: er is een politieke beslissing nodig om überhaupt aan het hele proces te beginnen. Wie waagt zich hieraan, wetende dat dit de hele energietransitie opnieuw op losse schroeven dreigt te zetten?

2: de milieueffecten van een eventuele levensduurverlenging moeten worden onderzocht en het publiek in binnen- en buitenland moet worden bevraagd, zoals bij Doel 1 & 2.

3: er moet een lijst van nodige investeringen worden opgesteld, goedgekeurd door de nucleaire autoriteit FANC. Engie heeft het zelf over €800 miljoen, maar verschillende essentiële veiligheidsmaatregelen zijn hier niet in opgenomen.

4: Engie zal harde garanties vragen om zijn investeringen te laten renderen, wat ons een aardige duit dreigt te kosten. Bovendien kan het dan ook eisen om zijn verantwoordelijkheid voor ontmanteling en kernafvalbeheer -goedkoop- af te kopen.

5: die steun aan Engie vereist een akkoord van de Europese Commissie, die alle toegevingen zal toetsen aan de strenge Europese regels rond staatssteun, en waarbij andere energieleveranciers beroep kunnen aantekenen wegens concurrentievervalsing. 

6: de wet op de kernuitstap moet worden aangepast, waarvoor opnieuw een politieke meerderheid gezocht moet worden in het parlement – zie hindernis één.

7: alle oplapwerken moeten worden uitgevoerd vóór de levensduurverlenging ingaat. Alleen al voor deze stap rekent Engie in het beste geval op 30 maanden, waarbij beide reactoren telkens minstens een hele winter onbeschikbaar zullen zijn.

Voor dit hele proces is meer dan drie jaar nodig, waarbij het op elk moment fout kan gaan. En waarom dit risico nemen? Doel 4 en Tihange 3 langer openhouden verandert niets aan de kern van de zaak: we moeten nog steeds investeren in meer hernieuwbare energie, efficiëntie en vraagsturing. Ook op de eventuele bouw van gascentrales heeft dit geen invloed, omdat het herstarten nog vele jaren op zich kan laten wachten. Nu nog onduidelijkheid zaaien over de kernuitstap zal vooral leiden tot meer onzekerheid over de mogelijke opbrengst van die gascentrales, en dus hogere subsidies.

Moeten we dan nieuwe gascentrales subsidiëren – of kan het anders?

Kerncentrales sluiten betekent betalen voor nieuwe gascentrales. Dat is toch wat tegenstanders van de kernuitstap van de daken roepen. Maar die bewering klopt niet, en wel om 3 redenen. Ten eerste dekken de laatste kernreactoren hoogstens drie à vier procent van onze totale vraag naar energie, op voorwaarde dat deze oude, onbetrouwbare centrales volop kunnen produceren en niet opnieuw in panne liggen. Ze hebben dus amper invloed op de richting die ons energiesysteem uitgaat. Ten tweede wordt vandaag al te sterk gefocust op gascentrales, terwijl andere technologieën duurzamere oplossingen bieden. En tot slot wordt de nood aan capaciteit (die dan grotendeels zou worden ingevuld door gascentrales) sowieso te hoog ingeschat.

Het eerste argument (beperkte invloed kernenergie) is simpel: stop de discussie over de kernuitstap, zodat een paar kerncentrales niet langer het hele energiedebat gijzelen. Leg met andere woorden de sluiting van alle kerncentrales tegen 2025 definitief vast – en ditmaal zonder mitsen en maren. Zo kunnen we loskomen uit een verouderd, gecentraliseerd productiesysteem en krijgen investeerders vertrouwen om de stap te zetten naar meer hernieuwbare energie, flexibiliteit en innovatie.

Om het tweede probleem (te sterke focus op gas) aan te pakken, is het absoluut noodzakelijk om vandaag meer in te zetten op duurzamere alternatieven. Zo schuilt er een enorm potentieel in de slimme integratie van elektrische wagens en warmtepompen: tegen 2032 kan dit volgens netwerkbeheerder Elia twee gascentrales uitsparen. Ook energie-efficiëntie en vraagsturing beperken de nood aan nieuwe gascentrales.

Bovendien kan de ambitie op hernieuwbare energie nog omhoog: energiegemeenschappen creëren nieuwe kansen voor zonnepanelen, de barrières voor wind op land moeten worden aangepakt, en de natuurinclusieve uitbouw van wind op zee kan versneld worden. Niet alleen de eerste twee zijn een zaak van de gewesten, ook bij de doorstroming van offshore windenergie naar het binnenland dragen zij een grote verantwoordelijkheid en kunnen ze dus de rol van nieuwe gascentrales helpen beperken.

De derde reden (nood aan capaciteit overdreven) is tegelijk de meest complexe maar ook belangrijkste. Een te hoge inschatting van de energievraag leidt immers bijna automatisch tot meer ‘nood’ aan nieuwe capaciteit, waarvan het merendeel dreigt ingevuld te worden door nieuwe gascentrales. Een correcte berekening kan al snel enkele gascentrales schelen, maar daarbij moet een lange vragenlijst beantwoord worden: Hoeveel energie hebben we op elk moment van het jaar nodig, en wanneer op de dag? Hoe betrouwbaar zijn onze energiebronnen? Kunnen we rekenen op invoer uit het buitenland? Hoeveel willen we betalen voor bijna absolute bevoorradingszekerheid? Verschillende actoren geven hier vaak een ander antwoord op.

Een bepalende factor hierin die lang onderschat werd, is de impact van het klimaat. Intussen houdt iedereen er echter rekening mee dat onze winters minder streng geworden zijn door de klimaatcrisis. Minder zeer koude dagen betekent immers minder uren met een extra hoge piekvraag. Bovendien zal door efficiëntie, slimme flexibiliteit en de langetermijnimpact van corona niet alleen de piekvraag maar ook de totale elektriciteitsvraag stabiliseren. En dat ondanks de toenemende integratie van warmtepompen en elektrische wagens die nodig zijn voor de elektrificatie van onze warmte en transport.

Wat als er toch gascentrales gebouwd worden?

Nogmaals, voor de Belgische bevoorradingszekerheid hebben we geen nieuwe gascentrales nodig. Maar er zijn nog andere redenen die tegen deze centrales pleiten: ze stoten CO2 uit (om die echt Europees te kunnen compenseren moeten de regels hierrond verscherpt worden), dezelfde paar grote energiebedrijven blijven de touwtjes in handen houden, en op veel plaatsen staan omwonenden logischerwijs niet te springen om een gascentrale in hun achtertuin.

Anderzijds trekt de komende jaren een ware golf van sluitingen door Europa. Alleen al in onze buurlanden sluit tegen 2025 ongeveer 60 GW aan oude kolen-, gas- en kerncentrales. (Ter vergelijking, de zeven Belgische kerncentrales vertegenwoordigen 6 GW, de minst oude die sommigen nog willen verlengen, slechts 2 GW.) Deze sluitingen zijn geen excuus om dan maar enkele gascentrales neer te zetten in België, maar bieden wel een bijkomend argument om geen subsidies aan nieuwe centrales te geven. Dat zit zo: door al die sluitingen verdwijnt de huidige overcapaciteit op de Europese markt, en zal een nieuwe gascentrale veel meer uren rendabel kunnen draaien. Zeker tijdens de eerste jaren, terwijl het aandeel hernieuwbare energie blijft doorgroeien. Meer draaiuren betekent meer inkomsten en zekerheid over de investeringen, en dus geen nood aan subsidies.

Volgens de laatste plannen wil de federale regering 2 tot 3 gascentrales bouwen. Dit is al een stuk minder dan eerdere voorstellen, maar het blijft onaanvaardbaar om hier subsidies aan te geven. Fossiele subsidies vloeken namelijk met de snelle energietransitie die we nodig hebben – en die al op veel vlakken op het punt staat door te breken. Om die transitie alle kansen te geven, moet een eventuele nieuwe centrale bovendien aan strenge eisen voldoen: maximale flexibiliteit en efficiëntie, en overschakelen op niet-fossiel gas zodra dit voldoende beschikbaar is. Alleen zo staat die centrale de verdere uitbouw van hernieuwbare energie niet in de weg, en wordt de uitstoot ervan zo veel mogelijk beperkt. Want hoe sneller en hoe meer hernieuwbare energie we ontwikkelen, hoe minder gas er moet worden verbrand en hoe minder CO2 er wordt uitgestoten.

Even samenvatten: hernieuwbare energie, flexibiliteit en efficiëntie!

Energie is een complex dossier en raakt aan zowat alle aspecten van ons leven. Maar het principe voor een duurzaam en robuust energiesysteem is vrij simpel: efficiënt en flexibel gebruik van duurzaam opgewekte hernieuwbare energie. Noch kernenergie, noch gesubsidieerde gascentrales passen hierin. Dat beide vandaag nog op tafel liggen is dan ook een paniekreactie, ingegeven door jaren tijdverlies.

Toch kunnen we én alle kerncentrales sluiten én overmatig gebruik van fossiel gas vermijden. Hiervoor moeten we de ambitie voor zon en wind, op land en op zee opschroeven, investeren in efficiëntie, vraagsturing en innovatie, en bestaande gascentrales inzetten in een strategische reserve. Eventuele nieuwe gascentrales mogen dan weer geen overbodige fossiele subsidies krijgen, en hun impact moet beperkt worden door een hoge flexibiliteit en efficiëntie te garanderen en na 2030 over te schakelen op niet-fossiel gas.

Tegelijk vormen enkele nieuwe gascentrales niet het enige risico. De gaslobby probeert ons op allerlei manieren nog vele jaren afhankelijk te houden van fossiel gas. Bijvoorbeeld door bedrieglijke reclame te maken voor verwarmingsketels op fossiel gas, maar ook door nieuwe projecten voor te stellen, zoals een pakket pijpleidingen van Antwerpen naar de Duitse Ruhr of het gebruik van fossiel gas voor de grootschalige productie van waterstof. Meer daarover in een volgende blog!

Wil jij alvast de ontwikkeling van hernieuwbare energie steunen?

Stap dan over naar een echt groene energieleverancier!

Ik kies voor mijn nieuwe groene energieleverancier Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube Greenwire Greenwire